Imker Mieke van de Griendt heeft het nieuwe volkje in de roze kast op het erf bij de Boerderijwinkel gecontroleerd. De werksters hebben, zoals ze verwachtte, al een koningin gemaakt.
De werksterbijen hebben een bevrucht larfje koninginnengelei gegeven, zodat ze kon uitgroeien tot een koningin. Omdat een larfje wat koningin heel hard groeit en ook groter wordt, maken de werksters de cel niet dicht met een plat dekseltje, maar er wordt een dop gebouwd. Dat ziet er uit als een pinda in de schil. Bij controle bleek dat het volkje niet 1 maar 9 doppen had gemaakt. Vanaf de elfde dag luisterde Mieke iedere dag met stethoscoop aan de kast of ze de nieuwe koningin al hoorde. Een koningin die net geboren is heet een tuter vanwege het geluid wat zij maakt. De koninginnen die nog niet zijn geboren heten kwakers en maken inderdaad dus een kwakend geluid als ze de tuter horen. Op de dertiende dag is de koningin ‘geboren’. Deze week vliegt ze, slechts een keer in haar leven, de kast uit. Dat noemen we de bruidsvlucht. Ze vliegt dan hoog in de lucht en wordt door meerdere darren bevrucht. Daarna vliegt ze terug naar haar volk, die er verder voor zorgen dat ze de rest van haar leven niets te kort komt. Ze wordt gepoetst, gevoerd, warm gehouden als het koud is en koel gehouden als het warm is, kortom verwend. Na 21 dagen kan ik in de kast kijken of de nieuwe koningin eitjes legt. Het aantal eitjes wat ze legt kan oplopen tot 2.000 eitjes per dag. Volgende keer: nieuws over onze honing. We hebben al geproefd…