Na de oogst van de gewassen worden de sloten geschoond. Een loonwerker maakt met een maaikorf de sloten vrij van riet, gras en waterplanten. Het zorgt ervoor dat het water weer vrij kan stromen.
En dat is van groot belang. Met name in de winter moet overtollig regenwater snel afgevoerd kunnen worden en in droge tijd moet het water juist snel aangevoerd worden. Staan er veel planten in de sloot en in het talud, dan lukt dat niet goed. Een niet goed onderhouden sloot is ook nog eens slecht voor het watermilieu. Het water zou bij warm weer te weinig zuurstof kunnen bevatten waardoor planten en waterdieren dood gaan en de sloot gaat stinken. Daarom worden de slootkanten ieder jaar gemaaid en de sloten zelf met een maaikorf schoongemaakt. Het slootvuil eindigt op de kant van onze percelen. Dat moeten we vervolgens over het land verdelen met een zogenoemde wallenfrees. Natuurlijk kun je het ook laten liggen, maar dan hoopt het op en wordt de slootkant te hoog waardoor de grondbewerking lastiger wordt.
