Zaterdag, 30 april, freesde de loonwerker de aardappelen aan. Daarbij werden de ruggen opnieuw opgebouwd.
Na het poten liggen de aardappelen in kleine ruggen. Die grond warmt snel op, zodat de aardappelen een goede start kunnen krijgen en de eerste wortels kunnen vormen. Om te voorkomen dat de nieuwe aardappelen uit de rug groeien en groen worden, moeten die kleine ruggen opnieuw opgebouwd worden. Grond tussen de pootruggen wordt omhoog gewerkt en daarvan worden nieuwe grote ruggen gemaakt. Daarvoor gebruikt de loonwerker een zogenoemde rijenfrees. Die is voorzien van ronddraaiende haakmessen die de grond verkruimelen. De aanaardkappen zorgen er vervolgens voor dat de rug de juiste strakke vorm krijgt. Een kleine cultivatortand maakt de grond tussen de ruggen wat dieper los. Mocht het overvloedig regenen, dan kan dat snel naar de ondergrond wegstromen.
